Cornelius Rogge (Amsterdam, 1932) bezocht van 1950 tot 1952 het Instituut voor kunstnijverheidsonderwijs (de latere Gerrit Rietveld Academie) en van 1955 tot 1957 de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Hij kreeg in 1971 de American Cassandra Award en in 1986 – voor zijn oeuvre – de David Roell Prijs van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Rogge was docent aan de Akademie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in Den Bosch en de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Rogge is een vertegenwoordiger van de moderne kunst na de Tweede Wereldoorlog. Zijn werk is opgenomen in verschillende museumcollecties, in het bijzonder het Kroller-Muller Museum in Otterlo, dat verschillende sculpturen van hem toont. Ter gelegenheid van zijn 45-jarige kunstenaarschap werd hij in 2005 benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.